We hebben hier ooit onze eigen functie besproken, die ik stug webwinkelier blijf noemen maar anderen hebben het over etailers, e-detaillisten of webwinkeleigenaren. Theorie ik weet het.

En ik heb er nog een. Webshop & webwinkel is hetzelfde. Toch boeit het me.
http://www.google.nl/trends?q=webshop%2C+webwinkel

Als ik Google Trends moet geloven praten we allemaal over een webshop. Het aantal zoekopdrachten, resultaten en nieuws is allemaal hoger. Toch hoor ik zelf vooral mensen praten over een webwinkel. Wat is nu het beste woord om hiervoor te gebruiken?

Ik denk dat voor een gedeelte de Engelse taal invloed heeft op Google Trends. Webshop wordt in het buitenland bijna niet gebruikt, maar nog steeds een stuk vaker dan webwinkel. Dus al die Nederlands/Engelse teksten of vertaalde teksten hebben het allemaal over een webshop. Vlamingen zouden ook veel invloed kunnen hebben maar die praten volgens mij over geen van beide.

Als ik het over mijzelf heb dan praat ik altijd over webwinkel en webwinkelier. Maar als ik iets zoek om te kopen dan zoek ik eerder op [product] webshop dan op [product] webwinkel

Same here... webwinkelier... en die heeft een webshop...

internetwinkel of webshop. Helemaal nederlands of helemaal engels vind ik persoonlijk mooier.
Maar ja, jezelf een internetwinkelier noemen klinkt niet.

Ik noem me zelf meestal ondernemer die verkoopt via een internetwinkel.
Maar als ik zoek op het net zoek ik vaak naar webshop.

Beetje onduidelijk zo he?

Dirkjan schreef: Vlamingen zouden ook veel invloed kunnen hebben maar die praten volgens mij over geen van beide.

Klopt. Vlamingen gebruiken van alles door elkaar.
denk dat de meeste bij ons "internetwinkel", "winkel op het internet" en ook wel soms "webwinkel" zeggen.
De Belgen moeten nog leren om via internet te kopen.
De meeste mensen die ik ken kopen (nog) niet via internet.

In België blijkt men ook vaak 'online winkel' te gebruiken i.p.v. webwinkel of webshop.